Wie laat zich best inenten?

Terug naar Griep

Opgelet! Ben je allergisch aan kippeneieren of aan het bewaarmiddel in het vaccin? Dan moet je dit melden aan de arts.

De vijf risicogroepen zijn:

Groep 1:

personen ouder dan 65 jaar
personen opgenomen in een instelling zoals rust- en verzorgingsinstellingen
patiënten vanaf zes maanden, die lijden aan een onderliggende chronische aandoening: hart, longen, lever, nieren en een metabole aaandoening zoals diabetes en immuniteitsstoornis.
kinderen tussen zes maanden en 18 jaar met langdurige aspirinetherapie

Groep 2:

personen die in de gezondheidssector werken en die rechtstreeks in contact komen met personen van groep 1.

Groep 3:

zwangere vrouwen in het tweede of derde trimester van hun zwangerschap op het ogenblik van vaccinatie

Groep 4:

personen tussen 50 en 64 jaar, zelfs al lijden ze niet aan een risicoaandoening. Want er is één kans op drie dat tenminste één complicatierisico aanwezig is: ofwel roken, drinken of zwaarlijvigheid.

Groep 5:

beroepsfokkers van gevogelte en varkens, en hun familie die onder hetzelfde dak leeft. En mensen die beroepshalve in contact komen met levend gevogelte en levende varkens.

 

Wie dient liefst gevaccineerd te worden?

De Hoge Gezondheidsraad adviseert een jaarlijkse preventieve vaccinatie voor vijf risicogroepen.
Om deze groepen extra te motiveren, wordt het vaccin aan hen gedeeltelijk (voor 40%) terugbetaald.

Zo betalen zij i.p.v. € 10,38 en € 10,84, respectievelijk € 6,23 en € 6,50.

Sommige ziekenfondsen betalen ook nog het resterende bedrag - het remgeld- terug. Vraag hiervoor een BVAC-formuliertje aan je apotheker.

En bezorg het aan je ziekenfonds.

De toediening van het vaccin gebeurt best tussen eind september en begin december. Ideaal is medio oktober tot medio november.

In volle epidemie ben je meestal te laat. Want het duurt zo'n twee weken vooraleer het vaccin echt werkt.

Maar in het prille begin kan je snel laten vaccineren nog nuttig zijn.
Een vaccinatie gebeurt jaarlijks, omdat het virus zélf elk jaar verandert. Het ondergaat immers geregeld genetische veranderingen.

Eerdere vaccinaties of infecties beschermen je niet tegen nieuwe of terugkerende griepvirussen.  Bovendien daalt de bescherming of immuniteit - de hoeveelheid antistoffen- geleidelijk aan.

Het griepvaccin beschermt je voor zo'n 80%.

Dit getal is afhankelijk van een aantal factoren: je persoonlijk afweersysteem, leeftijd, gelijkenis van het vaccin met het circulerend griepvirus en de tijd tussen de vaccinatie en de blootstelling aan het virus.

Ontwikkel je toch griep ondanks vaccinatie? Dan zal deze normaal gezien minder lang duren.

En de symptomen zullen minder ernstig zijn dan bij niet-gevaccineerden.

Ook het aantal complicaties daalt.

Gevolg: minder ziekenhuisopnames en belangrijker, minder sterfgevallen.